** De stichting stelt zich niet verantwoordelijk voor onjuiste informatie of onwetendheid in artikelen/teksten die openbaar zijn (o.a. Wikipedia) en zonder goedkeuring zijn gepubliceerd **

Geschiedenis blijft zich herschrijven door voortschrijdend inzicht; een onvoltooid verleden tijd.

Onderstaande informatie is leidend. Laatste wijziging: 31 juli 2024

Het kerkje is een cultuurhistorisch erfgoed in de gemeente cranendonck en staat sinds 1967 op de Rijksmonumentenlijst. De bouw is begonnen op 12 juli 1812.

 

HET KERKJE IS EEN NAPOLÉONSKERK OF LODEWIJKSKERK. In Nederland was dit doorgaans een protestants kerkgebouw van het soort dat in het begin van de 19e eeuw werd gebouwd rond de regeerperiode van koning Lodewijk Napoléon van het Koninkrijk Holland, een vazalstaat van het Eerste Franse Keizerrijk, van keizer Napoléon Bonaparte. 

Geschiedenis

Direct na de afkondiging van de Vrede van Münster in 1648 werd in Budel de eerste Nederduits Gereformeerde predikant aangesteld. Budel behoorde tot het generaliteitsland Staats-Brabant  dat onderhorig was aan de Republiek der Verenigde Nederlanden. Daar was de Nederduitse Gereformeerde godsdienst de enige die openbaar toegestaan was. De katholieken moesten daarop hun kerk afstaan aan de protestanten en hun heil elders gaan zoeken. Dit speelde met name in de huidige provincie Noord-Brabant.

De hervormde gemeente Budel-Gastel was een van de grootste van het platteland van de Meierij van 's-Hertogenbosch. Het aantal lidmaten in de beginperiode van 1648 bedroeg 54 en op 1 januari 1720 telde de gemeente 125 lidmaten.

Na de komst van de Fransen in 1794-1795 kwam er een einde aan de bevoorrechte positie van de hervormden en werden alle godsdiensten voor de wet gelijk. De Staatsregeling van 1798 bepaalde dat kerkgebouwen zouden toevallen aan de kerkgenootschappen met de meeste leden. Ondank pogingen door de hervormden om het kerkgebouw te behouden, moesten zij dit afstaan aan de katholieken. Op 6 januari 1799 werd voor het laatst in Budel (Buijl toendertijd) de hervormde eredienst uitgevoerd.

Aangezien de protestanten hierdoor in een aantal plaatsen zonder kerkgebouw zaten, kregen ze een financiële bijdrage voor de bouw in de voor hen geschikte kerken. Met name koning Lodewijk Napoléon (1806 - 1810), de jongere broer van Napoléon Bonaparte (keizer 1804 - 1814/15), toonde zich hierin genereus om in 1809 de hervormde gemeente Budel-Soerendonk-Gastel 6.000 guldens te schenken voor de bouw van een kerk in Budel. Het bedrag werd uiteindelijk pas in 1812 ontvangen.

Op 7 juli 1812 werd de eerste steen gelegd door jonkheer Floris Adriaan van Brakell tot den Brakell, heer van Vredestein. Het kerkgebouw werd ruim een jaar later op 22 augustus 1813 ingewijd. Bij de bouw van deze kerk werd gebruik gemaakt van afbraakmateriaal van de Franciscanessenkerk te Achel. Tussen 1817 en 1831 varieerden de protestanten tussen 111 en 67. Aangezien Budel in 1830 een grensplaats werd, kwamen er veel douanebeambten en Marechaussees in Budel wonen, waarvan een aanzienlijk deel protestants was. Deze beambten verdwenen met het openstellen der grenzen, waardoor ook het aantal protestanten terugliep. De Budelse protestanten gingen daarop voortaan in de Bethelkerk te Weert ter kerke. Ter herinnering aan de protestanten uit Weert die te kerke gingen is daartoe in 1952 een grensmonument geplaatst tussen Weert en Budel. De weg heet: 'Geuzendijk', vernoemd naar de protestanten. Het monument had veel te lijden van weersinvloeden en daarom is er een betonnen replica geplaatst. Het origineel staat in het winkelcentrum ‘Muntpassage’ in Weert.

Het gebouw deed vervolgens dienst als Luthers kerkgebouw, dit ten behoeve van de Duitse militairen die gelegerd waren in de nabijgelegen Nassau-Dietzkazerne. In 1996 kwam er een einde aan hun aanwezigheid. Na het vertrek van de Duitse militairen is op 2 september 2002 de kerk overgenomen en in het bezit van 'Stichting Behoud en Beheer Hervormde Kerk Budel'. De vaste gebruikers waren de werkgroep protestantse kerken Budel/Weert en een tweetal koren voor hun wekelijkse repetities die na de wereldwijde 'stilstand' niet meer zijn teruggekeerd.

In 2012 hebben de protestantse gemeenschap van Weert en Budel het tweehonderdjarig bestaan van Het Kerkje en het honderdjarig bestaan van de Bethelkerk gevierd. Naar aanleiding van dit dubbele jubileum is het boek 'Twee Heilige Huisjes' uitgegeven.

Gebouw

Sinds 5 mei 1967 als rijksmonument ingeschreven in het monumentenregister onder nr. 11269.

Het is een eenvoudig, driezijdig gesloten bakstenen gebouw met een pinakel/daktoren, een bakstenen pilaster gevel met vlechtingen en spitsbogige blindnissen. Het zadeldak is gedekt met leien. De windvaan is een vergulde engel met bazuin. De toegangsdeur is met een natuurstenen ornament omlijst en voorzien van geblokte pilaster en lijst. De spitsboogramen hebben een houten roedenverdeling. De architect is tot nu toe onbekend gebleven.

Links van de toegangsdeur zijn NAP-peilmerken (Normaal Amsterdams Peil) aangebracht. Citaat Rijkswaterstaat: "De bronzen plaat met gleuf is een peilmerk en geplaatst in 1879 met een toen gemeten hoogte van +33,476 boven NAP. Dit merk wordt al een tijdje niet meer gebruikt, omdat er met een modern digitaal waterpas instrument, dit punt niet meer kan worden gemeten. Beide punten werden en worden nog steeds in hoogte bepaald door middel van waterpassen. Iets meer dan een 1 meter onder de bronzen plaat is een ander NAP peilmerk aangebracht. Een ronde bout geplaatst in 1988 met een hoogte van +32,432m boven NAP, gemeten in 2012."

In 1964 heeft een grote restauratie het gebouw behoed van verval. Zowel intern als extern zijn vele restauraties en reparaties toegepast. In 2013 zijn een aantal interne aanpassingen en incidenteel herstel ondergaan zoals plaatsing van toilet en keuken, het vervangen van ramen, plaatsen van ruiten van antiek glas en schilderwerk. Evenwel dient zich hopelijk in 2024, indien Het Kerkje behouden wil blijven, een aanzienlijke restauratie aan. De tweejaarlijkse inspectie door Monumentenwacht Noord-Brabant toont aan dat het noodzakelijk is om grootschaliger te restaureren. Het meest urgent was het pinakel, maar ook het leien dak, de spanten en het voegwerk van de muren dienen aangepakt te worden.

pinakel En luidklok

We schrijven nog meer geschiedenis want op 5 oktober 2020 is begonnen met de voorbereidingen voor de restauratie van het gehele pinakel om drie dagen later op 8 oktober van het dak te worden getakeld. In 1881 is de torenspits er al eens afgewaaid door een hevige storm en datzelfde jaar weer hersteld. Aan het begin van de jaren '80 heeft de smidse Hans Jacobs uit Budel nog een grondige restauratie uitgevoerd aan de windvaan. Replica's zijn te zien in zijn tuin en aan de top van molen 'Zeldenrust', beiden gelegen aan de Burgemeester Van Houtstraat. Zowel aannemers Aarts en van Gogh uit Budel hebben door de jaren heen herstelwerkzaamheden uitgevoerd. In 1863 werd een luidklok gekocht, die bij gelegenheid van het vijftigjarig bestaan voor het eerst werd gebruikt. De klok met een diameter van 39 cm. is van Enkhuizer meesterklokkengieter Cyprianus (Cipriaen) Crans Jansz en voorzien van de Latijnse inscriptie - Me Fecit Crans Jansz Amstelodami anno 1751 - , vertaling: 'Mij gemaakt Crans Jansz Amsterdam in het jaar 1751'. Overigens zijn van deze beroemde klokkengieter een bronzen kanon en mortier in het Amsterdams Rijksmuseum aanwezig.

interieur en orgel

De 17de-eeuwse eiken preekstoel/kansel met koperen lezenaar circa 1773 is van Claude Demeny te 's-Hertogenbosch. Er zijn koperen doopbekkenhouder met bekken en bij de restauratie in 1964 zijn er nieuwe houten kerkbanken geplaatst. Deze zijn vervangen door losse stoelen.  

Op het balkon boven de ingang staat de tekst geschilderd: 'De Rechtvaardige zal uit het Geloof Leven Rom. I.b.s. 17', dit verwijst naar een brief van de apostel Paulus aan de Romeinen, uit het Nieuwe Testament en is te vinden in hoofdstuk 1, vers 17.

Van 1854 tot 1948 heeft er in de Hervormde Kerk een bijzonder orgel gestaan. Een klein kabinetorgel dat ongeveer in het jaar 1755 gebouwd is door de Amsterdamse orgelbouwer Christian Müller. In 1948 is dit historisch waardevol instrument van de hand gedaan en vervangen door een harmonium! Het Müller-orgel is overigens na een aantal omzwervingen nog in 2004-2005 gerestaureerd en geplaatst in het koorruimte van de Grote-/Sint-Jacobskerk in Den Haag.

Het Kerkje was na het harmonium in het bezit van een elektronisch Hammondorgel, deze is verhuisd naar Den Haag en in januari 2015 vervangen door een huispijporgel van Van Vulpen. Het Van Vulpen huispijporgel is een geschenk van het Máxima Medisch Centrum Veldhoven. Het uit 1966 daterende orgel met 378 orgelpijpen is afkomstig uit de kapel van het Diaconessenhuis in Eindhoven dat in 2002 een fusie aanging met het Sint-Josephziekenhuis eveneens Eindhoven onder de naam Máxima Medisch Centrum.

 

M.m.v. Heemkundekring 'De Baronie van Cranendonck', eigen bronnen en het jubileumboek* 'Twee Heilige Huisjes'.

* In 2012 werd het 200-jarig bestaan van Het Kerkje gevierd. Ter gelegenheid daarvan is het jubileumboek verschenen. Het beschrijft de roerige geschiedenis van de protestanten in Budel en Weert, de beeldenstorm in Weert, de oecumenische verdraagzaamheid in Budel, de vervolgingen van katholieken en protestanten en schuur- en grenskerkjes komen aan bod. Het prachtig geïllustreerde boek à €12,50 is te koop bij het bestuur.